Basisbegroting

Volksgezondheid en milieu

2.2.8.4 Financieel terugkijken

Lasten per taakveld

Begroting na wijziging

Werkelijk

Verschil

2021

2021

2021

N/V

7.1 Volksgezondheid

2.965

3.044

79

N

7.2 Riolering

8.215

8.713

498

N

7.3 Afval

7.269

7.185

-84

V

7.4 Milieubeheer

4.448

3.836

-612

V

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

404

408

3

N

Bedragen x 1.000 euro

Baten per taakveld

Begroting na wijziging

Werkelijk

Verschil

2021

2021

2021

N/V

7.1 Volksgezondheid

-54

-54

0

N

7.2 Riolering

-10.367

-10.747

-380

V

7.3 Afval

-9.147

-8.971

176

N

7.4 Milieubeheer

-771

-452

319

N

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

-418

-412

6

N

Bedragen x 1.000 euro

Saldo per taakveld

Begroting na wijziging

Werkelijk

Verschil

2021

2021

2021

N/V

7.1 Volksgezondheid

2.910

2.989

79

N

7.2 Riolering

-2.152

-2.033

118

N

7.3 Afval

-1.878

-1.786

92

N

7.4 Milieubeheer

3.677

3.384

-293

V

7.5 Begraafplaatsen en crematoria

-14

-4

10

N

Bedragen x 1.000 euro

Verschillen:
In de verschillenanalyse worden alleen de verschillen tussen begroting en werkelijkheid toegelicht die niet voortkomen uit kapitaallasten en de meerjarige incidentele projecten. Zie hiervoor de toelichting onder 2.2 Basisbegroting.

7.2 Riolering
De gemeente streeft naar 100 procent kostendekking bij riolering. Verschillen ten opzichte van de begroting worden verrekend met de egalisatievoorziening riolering.

In 2021 is er vanwege zowel lagere lasten als hogere baten, per saldo 818.000 euro toegevoegd aan de egalisatievoorziening riolering. De totale storting in de egalisatievoorziening komt daarmee op 1,43 miljoen euro in 2021.

De onderhoudslasten waren 319.000 lager dan begroot. Dit komt enerzijds doordat een aantal projecten later in uitvoering worden genomen, om op die manier werk-met-werk te kunnen maken. Anderzijds waren er lagere onderhoudslasten als gevolg van verbeteringen in het beheer van riolering. Door onder andere vervanging van storingsgevoelige pompen, optimalisaties in het onderhoud en een efficiënte prioritering bij de aanpak van storingen in gemalen. Ook waren de kosten voor kwijtschelding 47.000 euro lager dan begroot.

Aan de batenkant is er sprake van een voordeel van 451.000 euro, waarvan 223.000 euro verband houdt met hogere opbrengsten van de rioolheffing (2% hoger dan begroot). Hiertegenover staan de kosten van oninbaar van 112.000 euro, per saldo dus een voordeel van 111.000 euro op de rioolheffing. Ook is er een voordeel van 104.000 euro vanwege een toegekende subsidie Zoetwatervoorziening Oost-Nederland voor duurzaamheid. Hiervoor zijn de afgelopen jaren uitgaven ten laste van riolering gedaan.

De resterende afwijkingen aan zowel de baten- en de lastenkant hangen samen met de kapitaallasten en de begrotingssystematiek van meerjarige incidentele projecten.

7.3 Afval
De gemeente streeft naar 100 procent kostendekking bij afval. Verschillen ten opzichte van de begroting worden verrekend met de egalisatievoorziening afval.

Het saldo van baten en lasten wordt toegevoegd aan de egalisatievoorziening. Na de storting van het saldo van afgerond 50.000 euro komt de voorziening eind 2021 op 2,1 miljoen euro.

Er zijn verschillende verklaringen voor de afwijking ten opzichte van de begroting. De belangrijkste zijn:
- Lagere opbrengsten PMD van bijna 400.000 euro. Door de afkeur van PMD komen er minder financiële middelen van producenten binnen en moeten er kosten worden gemaakt voor het verwerken van het afgekeurde afval.
- Er is een financieel voordeel op de lasten voor het afvalbrengpunt. Ten opzichte van vorig jaar is er in 2021 minder afval weggebracht dan in het eerste “coronajaar”.
- Daarnaast zijn er hogere opbrengsten vanuit de afvalstoffenheffing, voornamelijk als gevolg van een hoger aantal aansluitingen dan geraamd.

Het resterende saldo op taakveld 7.3. afval van 92.000 euro houdt verband met het feit dat een deel van de basten en lasten met betrekking tot afval, conform BBV, op andere taakvelden wordt verantwoord (kwijtschelding, compensabele BTW).

7.4 Milieubeheer
Door vertraging bij de invoering van de Omgevingswet hebben uitvoeringsgemeenten in 2021 incidenteel 456.000 euro ontvangen (rijksuitkering bodem). Middels resultaatbestemming wordt voorgesteld deze middelen te storten in de reserve gebiedsgerichte aanpak bodemsanering. Het resterende voordeel wordt hoofdzakelijk verklaard door lagere kosten voor juridisch advies bij de uitvoering van het VTH programma (65.000 euro) en de resultaatbestemming 2020 van de ODT, op basis waarvaan wij een gedeelte van onze bijdrage over dat jaar hebben terugontvangen (21.000 euro). Tot slot levert de begrotingssystematiek van meerjarige incidentele projecten een voordeel van 100.000 euro op aan de lastenkant en een nadeel aan de batenkant van 319.000 euro.

Deze pagina is gebouwd op 07/26/2022 10:34:04 met de export van 07/26/2022 10:19:38